Hoi A.,
Dankjewel voor je mail! Ik ben er op zijn zachtst gezegd erg blij mee want ik wist natuurlijk niet of je me überhaupt zou schrijven. Toen we in het klooster zaten en zoveel aan het pennen waren leek het vanzelfsprekend dat we zouden gaan schrijven, maar als je dan eenmaal weer thuis bent.. tsja, ik weet hoe zoiets kan gaan. Bij mijn vorige retraite mediteerden we vier keer per dag en dat voelde zo goed dat het niet anders kon of dat zou ik thuis ook vol gaan houden, maar niks is natuurlijk minder waar. En ik had het je heus niet kwalijk genomen als je me niet had geschreven, ik had daar alle begrip voor gehad, maar je hebt me wel geschreven! En vrees niet, want ik ben niet geschrokken van je lange, associatieve tekst, integendeel. Je mail had van mij nog wel een tijdje door mogen gaan.
Waar te beginnen? Laat ik ook nog bij de schrijf- en stilteretraite blijven waar we elkaar hebben ontmoet. En bij de schrijfoefening. Ik herinner me dat is een handig en goed startpunt. Ik herinner me dat het bloedheet was op de zolderkamer waar onze schrijfworkshops plaatsvonden. G. kwam binnen, voor mij toch wel als een soort van ster. Nooit eerder had ik haar in het echt gezien, maar ik had wel veel columns van haar gelezen en ik heb een zwak voor schrijvers (één van de fijnste dingen om te doen vind ik het lezen van interviews met schrijvers. Hoe ze werken, waar en wanneer, welke boeken ze zelf lezen, enz). Dus toen was G. daar, in levende lijve! Ik herinner me dat ik het fijn vond dat we onszelf niet rechtstreeks hoefden voor te stellen. Hallo, ik ben Cindy, ik woon daar en daar, ik ben zo en zo oud, in het dagelijks leven blablabla. Sowieso is spreken in een groep niet mijn hobby en ik merkte dat ik onder de indruk was van G. dus dan komt er ook meteen een boel onzekerheid bij kijken. Ik vond het goed van haar gevonden dat we ook een andere naam mochten aannemen, ik herinner me dat ene Amber zich nu Marleen noemde. Zelf had ik niet meteen behoefte aan een andere naam en ik ging ervanuit dat ik de andere deelnemers sowieso nooit meer zou zien en bovendien werd er ook niet met achternamen gestrooid, dus ik bleef gewoon Cindy. En jij bleef A. Ik herinner me dat we allemaal een partner aangewezen kregen en dat we een minuut kregen om tegen die ander te vertellen waarom je op die retraite was, waar je op schrijfgebied naar verlangde. Ik herinner me dat ik het fijn vond om tegen Sanne (ik ben haar naam vergeten maar ik noem haar nu Sanne) te vertellen dat ik hier was omdat ik nul komma nul zin had om te schrijven. Dat ik al een boek had geschreven en dat dat voor zoveel verschillende gevoelens had gezorgd (hier had ik wel een kwartier over kunnen lullen maar ik had maar een minuut) waardoor ik op dat moment totaal helemaal geen behoefte (meer) had aan schrijven en dat ik hoopte dat ik hier weer wat zin terug zou kunnen krijgen. Of inspiratie. Ja, vooral dat. Inspiratie voor het volgende boek. Enzovoorts.
Jij en ik hebben elkaar wel een aantal keer uit ons eigen werk voorgelezen. Ik vond dat in het begin zenuwslopend, en daarna vond ik het steeds leuker om te doen. Ik herinner me dat we onze innerlijke criticus aan het woord moesten laten. Wat een goeie opdracht, echt iets voor mij. Ik vond het heerlijk om lekker te overdrijven en los te gaan. Ik herinner me dat jij de woorden ‘wat ben je toch een lafaard’ gebruikte. Je gebruikte veel mooie woorden, woorden die ikzelf nooit uitspreek of opschrijf, misschien komt dat doordat we van een andere generatie zijn en omdat we in andere delen van het land wonen. Het woord lafaard hoor ik nooit in Brabant, hier ben je een schijterd als je iets niet durft. En je stukje over die vrouw die steeds maar vroeger van huis ging. Met de fiets. En dat ze steeds langer wegbleef. Schrijnend, mooi beeld waar ik veel in herken.
Ik schrijf dit thuis, op zolder, het is vrijdagmiddag en buiten is het dertig graden. Ik zit aan een bureau met een ventilator naast me. Het boek dat ik schreef heb ik denk ik voor 99% niet thuis geschreven. Altijd ging ik naar de bibliotheek, of ik zat op een hotelkamer of ik had een huisje via air-bnb gehuurd. Thuis schrijven lukte me niet, tenminste dat hield ik mezelf voor. Thuis was er te veel afleiding en thuis had ik geen inspiratie. En geen zin. Dat wil ik nu anders gaan doen. Ik ben verhuisd naar een woning met een zolder en die is helemaal voor mij. Waarom zou ik alleen in de bieb kunnen schrijven? Of in een koffietentje? Al schijnt dat laatste goed te zijn voor de inspiratie omdat je dan de gesprekken van mensen kunt afluisteren en wie weet wat je kunt gebruiken. Al geloof ik niet dat ik zoiets ooit heb kunnen gebruiken. Waar praten mensen over die samen koffiedrinken?
Nee, ik ga vanaf nu proberen om zoveel mogelijk thuis te schrijven. Al klinkt jouw Sky Line Café erg goed! Waarom wil/moet jij je huis uit, ondanks dat je thuis ruimte en privacy hebt, enig idee?
A., dankjewel dat je me hebt geschreven. Je weet het heus wel maar ik zeg het nog maar eens: ik vind het leuk als je me schrijft. Het kan me niet associatief en/of lang genoeg zijn. Alleen al over de retraite zou ik nog van alles kunnen schrijven, maar voor nu laat ik het hier bij.
Hartelijks uit Brabant,
Cindy