Dear R.,
Als ik lees dat je je ergert aan G. dan vind ik dat logisch. Als je schrijft dat je het irritant van jezelf vindt dat je je aan hem ergert, dan vind ik juist dat je te hard bent voor jezelf. En dan komt de hippie in me naar boven die vindt dat je lief voor jezelf moet zijn. En niet zo streng. Streng doe je maar tegen mij, als ik weer eens een typo maak. Of te lang niet schrijf. Of dat er potverdulleme alweer een soort van herfstvakantie voorbij is en we elkaar nog steeds niet zagen. What is the going on? Ik was niet eens ziek, in elk geval niet lichamelijk.
Inmiddels ben ik al bijna twee maanden (!) thuis. En thuis ben ik ook niet veel. Ik ben al bijna twee maanden niet aan het werk, dat is hoe het zit. En de eerste weken was ik druk met de huisarts, een advocaat, mijn broer in zijn hoedanigheid van mijn financieel adviseur, en was ik de hele tijd aan het mailen met mijn werkgever. Mijn werkgever heeft geprobeerd kinda cheap van me af te komen maar daar hebben de advocaat en mijn broer een stokje voor gestoken. Waardoor ik nu wél een transitievergoeding heb gekregen.
Maar binnenkort ga ik weer aan het werk, ik heb een nieuwe baan gevonden. Als het goed is heb ik de ellende van het laatste kantoor achter me gelaten en ben ik klaar voor iets nieuws (nee no worries, het woord uitdaging zal ik niet gebruiken), de tijd is aangebroken voor weer wat meer regelmaat en structuur, collega’s om me heen, minder uitstapjes naar Antwerpen en Amsterdam. Al hoeft het voor mij ook weer niet per se, ik heb ik me geen seconde verveeld. Dit vrije leven is goed vol te houden en ik heb natuurlijk bij lange na nog steeds niet alle boeken gelezen die ik had willen lezen. Daarover gesproken: hoe is het dagboek van Voskuil? En heeft Lousje het voorwoord geschreven?
Vandaag deed ik een rondje ddw met S. We liepen over het NRE-terrein en hij zei dat M. heel gaaf werk maakt en dat we naar haar atelier-werkplaats zouden gaan. Dus onderweg naar haar plek zat ik me af te vragen hoe ik me aan haar zou voorstellen.
‘Hoi M., ik ben een collega van je man, R.’
Eh, ja alsof ze zelf niet weet hoe haar man heet.
‘Hoi M., ik ben een collega van R.’
Ze zou nog denken dat ik ook op school werk en les geef.
‘Hoi M., ik ben een collega van R., ik schrijf ook.’
O gadver, wat pretentieus, dat zou ik mijn bek niet uitkrijgen.
‘Hoi M., ik ken R., hij heeft me geholpen met mijn boek.’
Zoiets leek me nog het beste. Maar toen we binnen waren bleek dat M. er helemaal niet was. Wat ik jammer vond. En S. ook. Hij zei nog: ‘Het is wel een pittig ding hoor, die M. Is R. ook zo?’
Ik: ‘Hmm, dat weet ik eigenlijk niet. Ik vind hem wel relaxt.’
En daarmee eindigde ons gesprek over jou en je vrouw en ook het rondje ddw. Ik heb in de Kazerne een paar mooie gordijnen gezien en een vette lamp die mooi belicht was (…). Ik vind het altijd wel leuk om door het Van Abbe te lopen en het was een soort van zonnige lentedag maar dan met herfstkleuren. Maar om daar nou 26 euro 50 voor te moeten betalen? Deze week gaf ik 70 euro uit aan een kaartje voor Marina Abramovic, ze kwam in het Koninklijk Theater Carré in Amsterdam en dat is wel een soort van vooraanstaande plek om te zijn. Maar toch vond ik het een bak geld. Ik at er een vegetarische hotdog van acht euro die in vier happen weg was.
Genoeg geklaagd.
Ik kocht het boek P.S. Van Liefdespost tot Hatemail: de 150 opmerkelijkste Nederlandse brieven, in Boekhandel Zwart op Wit (jezusmina zeg) in Amsterdam. Ik vroeg: ‘Heb je ook brievenboeken?’ en de verkoper kwam met deze op de proppen. Ik kende hem niet, het boek is samengesteld door Jet Steinz. Doet zij het niet met Peter Buwalda? Ik kan me vergissen.
In het boek staat een brief van Jan Wolkers aan ene Annemarie. Wolkers was nog getrouwd met Maria, en had een affaire met deze Annemarie die hij hartstochtelijke, pornografische (yes!) brieven schreef. Citaten uit die brieven gebruikte hij later in Turks Fruit. Toen Annemarie hem verliet zei Jan dat hij alles had verbrand wat hem aan haar herinnerde, maar later bleek dat hij hun brieven netjes had bewaard.
‘O, als je nu bij me was, zou ik geloof ik je billen, dijen en kut in stukken bijten.’ Nou, nou, die Jan. Dat geloof ik is dan toch weer een beetje zwak.
Brieven van Mulisch en Reve staan erin, van Joran van der Sloot, Henny Vrienten, Slauerhoff en de afscheidsbrief van Herman Brood. Maar wat zit ik hier reclame te maken, misschien heb je het boek allang (uit) en ligt het al in je open haard.
Waarom heb je me nog niks laten lezen uit je voetbalboek? En ik weet helemaal niks over welke Bowie-film dan ook, maar ik ga heel graag naar filmhuisfilms. Ik ging met mijn ouders naar de Elvis-film, die vond ik erg goed. Maar ik heb een zwak voor Elvis en zijn charisma, aura en levensverhaal. Ooit vloog ik voor vier dagen helemaal naar Memphis (naast Graceland, Beale Street en de Sun Studios geen kloten te doen daar in die stad behalve als je graag de hele dag barbecuevlees en gefrituurde zooi eet (de enige groenten die ze hadden waren augurken en ui en die waren ook allebei gefrituurd)) en aan het graf van de Elvis stond ik als een klein kind te wenen.
Dit was in 2012 en ze waren in Memphis hun tijd ver vooruit want bij de McDonald’s stonden al meisjes te werken met dikke tattoos in hun nek. Dat was in ons land toen nog ondenkbaar, maar inmiddels zijn we aan een inhaalslag begonnen.
Dear R., ik verheug me op een reggaeconcert, op een filmhuisfilm of een boekpresentatie in een linkse stad. Ik kan altijd, maar ondertussen blijkbaar toch niet zo vaak. Geef niet op en slaap lekker alvast voor straks. Niks zo lekker op deze leeftijd als een nacht lekker diep doortukken. Of zoals ik in een brief uit het boek las: Een goeie nacht maakt alle winden stil.
Lieve groeten van C.,
die je hebt geholpen met haar boek