‘En hoe zit het met jou?’ Hij vroeg het op een manier alsof hij me vanavond voor het eerst had ontmoet.
‘Hoe bedoel je?’
‘Wat zijn jouw ambities? Wat wil jij nog in je leven? Ik kan me niet voorstellen dat je de rest van je leven op kantoor wilt blijven zitten. Daar zou je toch knettergek van worden.’
‘Geen idee,’ antwoordde ik. Nog nooit had ik gedacht dat ik daarvan knettergek zou worden.
‘Denk je daar wel eens over na?’ vroeg hij. ‘Over wat je echt zou willen?’
‘Eigenlijk niet,’ zei ik langzaam.
‘En als je er nu wel over nadenkt? Wat zou je dan willen?’
De lamp aan het plafond was te fel om rechtstreeks in te kijken.
‘Laat ik het anders vragen,’ zei hij. ‘Stel, je wint morgen een miljoen. Een miljoen euro. Dat betekent dat je alles kunt doen wat je wilt. Dan blijf je toch zeker geen seconde langer op dat kantoor werken?’
‘Goh,’ antwoordde ik en staarde voor me uit. ‘Ik weet het niet. Misschien toch ook wel. Want ik zou het echt gaan missen.’
‘Wat zou je missen?’ vroeg hij. ‘Dat inhoudsloze geleuter bij het koffieapparaat? Zinloze, geestdodende vergaderingen? Het kijken op de klok?’
‘Ik heb heel leuke collega’s,’ zei ik zacht.
‘Die leuke collega’s kijken je lachend aan maar steken een mes in je rug zodra je je hebt omgedraaid,’ zei hij.
Ik graaide nog een keer in de zak chips.
‘De mijne niet, hoor,’ zei ik met volle mond.
‘Vergeet die collega’s,’ zei hij. ‘Het zijn niet je vrienden. Denk na over wat jij echt wilt in je leven. Wat vind je interessant? Waarom ga je niet studeren?’
‘Ik moet er niet aan denken,’ zei ik. ‘Daar ben ik echt te lui voor’.
‘Houd je van het theater?’ vroeg hij. ‘Ik zie jou wel op het toneel.’
‘Ik niet,’ zei ik. ‘Als ik zou mogen kiezen dan geloof ik dat ik toch het liefst een boek zou willen schrijven.’
Hij keek me verbaasd aan, lachte even en vroeg waar mijn boek over zou gaan. Ik hoestte terwijl er niks in mijn keel kriebelde.
‘Geen idee,’ zei ik. Het was waar.
‘Jij hebt in je leven gewoon nog helemaal niks meegemaakt,’ zei hij. Ik bukte om aan de dimmer te draaien.
‘Jij bent veel te gelukkig, veel te licht, jij bent huppelig. Als je in Amerika zou wonen zou je vast en zeker cheerleader zijn geweest. Jij bent in je leven nog niet vaak genoeg teleurgesteld.’
Ik zei niks.