Op een blauw bord zag ik dat het nog 20 kilometer was. Hij reed 110 kilometer per uur en ik deelde 110 door 20 en deed daarna mijn best om 60 door 5,5 te delen. Het was bijna 11 minuten rijden nog. Voor het gemak maakte ik er een klein kwartier van.
‘Wat is je doel in het leven?’ vroeg hij en schudde hij me wakker uit mijn gepeins.
‘Doel?’ vroeg ik. ‘Wat mijn doel is in het leven?’ Zeg een woord drie keer in een paar zinnen en het klinkt al snel idioot.
‘Ja. Bij de volgende afrit moeten we er trouwens af. Gaat snel, hé?’
Ik keek uit het zijraampje en zei dat ik daar nog nooit echt bewust over na had gedacht.
‘Misschien wil je wel rijk worden. Of gelukkig. Of allebei.’ Hij zette zijn knipperlicht aan.
‘Geld maakt toch helemaal niet gelukkig?’
‘Ha,’ zei hij. ‘Dat zeggen alleen mensen die poen genoeg hebben. Heb jij geldzorgen? Lig je wel eens wakker omdat je een rekening niet kunt betalen? Pak mensen die pegels genoeg hebben en die zeggen dat je van geld niet gelukkig wordt hun poen af en laten we eens zien hoe ze dan piepen.’
Hij nam de afrit. Ik snapte wat hij bedoelde.
‘Ik snap wat je bedoelt,’ zei ik. ‘Het lijkt me niet erg om rijk te zijn. Maar als ik moet kiezen dan wil ik toch het liefst gelukkig worden. Of gelukkig zijn. Gelukkig blijven.’
‘Ha,’ zei hij weer, ‘Haha. Wat banaal.’
‘O,’ zei ik en pulkte aan het lipje van mijn blikje cola light. Zojuist nog bij de benzinepomp gekocht voor een euro vijftig. Negenennegentig cent? Twee euro negentien? Ik had geen flauw idee.
We stopten voor een stoplicht. Hij vroeg zich hardop af waarom hij moest wachten terwijl er helemaal geen ander verkeer was. Ik reageerde niet.
‘Wat is er volgens jou dan op tegen om gelukkig te willen zijn?’ vroeg ik.
Hij zweeg en tikte ongeduldig op het stuur. Het werd groen en hij trok hard op. Ik zette het blikje aan mijn mond.
‘Niks,’ zei hij na een tijdje. ‘Daar is helemaal niks op tegen.’
In het donker glimlachte ik.
‘Maar ik denk dat ik van jou een ander antwoord had verwacht. Misschien iets over autonoom zijn. Onafhankelijk, zelfstandig. Maar dat ben je natuurlijk allemaal al. ‘
Ik wist niet of hij me een compliment maakte of niet.